Update: het prosumententarief anders bekeken

Toen ik in 2017 een artikel schreef over het prosumententarief deed ik een voorspelling over de toekomst. Geen rooskleurige toekomst, natuurlijk, dat verwachtte ik ook niet. Maar dat er een versnelde uitrol zou komen voor mensen met zonnepanelen, dat kon ik wel voorspellen.

Maar de tijd staat niet stil. De bidirectionele meter werd opeens de slimme meter. Toen men merkte dat die meter helemaal niet slim was, veranderde de naam naar de digitale meter.

Ook de versnelde uitrol van de digitale meter, bij eigenaars van zonnepanelen, staat momenteel on hold. Tot er duidelijkheid is over een nieuwe compensatie, nadat de vorige compensatie afgeschoten werd door het Grondwettelijk Hof. De beslissing deed heel wat stof opwaaien, omdat er een belofte was van de Vlaamse Regering betreffende een virtueel terugdraaiende teller (de digitale meter draait niet terug, daarom virtueel).

Samen met heel wat andere mensen heb ik een hekel aan een gebroken belofte. Toen ik besloot om zonnepanelen te laten installeren, heb ik daar lang over nagedacht en ellenlange berekeningen gemaakt. Het leek me niet logisch dat er zoveel voordelen aan verbonden waren. Maar het plaatje klopte, dus besloot ik om het risico te nemen.

Ik schatte het risico in als de mogelijkheid dat er technisch gezien iets mis ging. Ik moest nog altijd mijn groene lening afbetalen, ook als de panelen niet zouden werken. Maar het echte risco was van een heel andere aard.

Politieke afrekeningen, het prosumententarief (dat afgekeurd werd), opnieuw het prosumententarief (nu blijkbaar wel wettig), de slimme meter zonder terugdraaiende teller, de digitale meter met een virtueel terugdraaiende teller, geen compensatie meer, een nieuwe compensatie, …

We verwachten natuurlijk ook het capaciteitstarief, vooral een schot in de rug van diegene die een warmtepomp of een elektrische auto aangeschaft hebben, per slot van rekening een goede zaak voor het milieu en een mooie aanvulling op zonnepanelen.

Tot zover de lange intro, maar wat kan je nu best doen om voordeel te halen uit de nieuwe situatie?

Stel dat je een anarchist bent, dan kan je best zolang mogelijk weigeren om een digitale meter te laten installeren. Als je de laatste in de rij bent die de digitale meter krijgt, uiterlijk 2029, dan heb je het langst kunnen profiteren van de terugdraaiende teller.

Het meest waarschijnlijk is echter dat je in de komende maanden of jaren toch de digitale meter krijgt. De enige oplossing is dan om je aan te passen aan de situatie, en zoveel mogelijk stroom verbruiken wanneer de zon schijnt, zo weinig mogelijk wanneer het donker is, en geen pieken gedurende de hele dag.

Er wordt beweert dat als “de mensen” hun elektriciteitsverbruik rationaliseren, ze profijt kunnen doen aan de nieuwe situatie met de digitale meter en het capaciteitstarief. Om te beginnen zal je eerst geld moeten uitgeven vooraleer je er geld mee kunt winnen. De truuk zal dus zijn om minder geld uit te geven dan dat je terug kunt winnen.

Ik geef je één scenario dat succesvol zou kunnen zijn, nergens op gebaseerd en met componenten die misschien nog niet bestaan. Om te beginnen investeer je in een toestelletje waarmee je de digitale meter slim maakt. Het toestelletje leest de gegevens van de digitale meter, zodat je daar iets mee kan doen. Als je denkt dat het visueel weergeven van je verbruik aanleiding zal geven tot besparingen en rationeel verbruik, dan ben je daar het goedkoopst mee af.

Warm water blijf ik een winnaar vinden als het gaat om de opslag van energie terwijl de zon schijnt. Maar een elektrische boiler voor warm water is alleen interessant wanneer je er geen extra stroom voor nodig hebt.

Een warmtepomp is moeilijk in te schatten, omdat er zoveel verschillende types zijn. De goedkoopste zijn wat we vroeger een airco noemden. Zolang je warmte of koude kan opslaan, en het piekverbruik kunt beperken, is het haalbaar om er profijt uit te halen. Maar als investering zijn ze geen goed idee.

Een elektrische auto vind ik zonder meer de oplossing van de toekomst. Staat vaak stil wanneer de zon schijnt en kan dus op de beste momenten opgeladen worden, kan in vele gevallen opgeladen worden zonder pieken te veroorzaken, en kan dienen om stroom te voorzien wanneer de zon niet schijnt.

De technologie die daarvoor nodig is bestaat al: V2G, of Vehicle to Grid. Met een specifieke laadpaal en de juiste auto kan je stroom van de batterij naar je apparaten in huis sturen. Een eenvoudige Nissan Leaf heeft V2G en een batterij van 40kWh, veel groter dus dan een traditionele batterij voor thuis.

In Japan gebruikt men deze oplossing in het echt, bij ons moet het gebruik van de specifieke laadpalen nog goedgekeurd worden. Alle grote merken hebben echter proefprojecten met V2G, het zal binnenkort dus een echte oplossing zijn.

Neem daarbij dat recente studies uitgewezen hebben dat een natuurlijke transitie naar hernieuwbare energie veel voordeliger is dan gedacht, zolang we maar op tijd starten. Overschakelen naar een elektrische auto (en zelfs verwarming) zou ons vooruit helpen om tegen 2050 effectief CO²-neutraal te leven. Het spreekt voor zich dat de energie dan vooral hernieuwbaar moet zijn.

Het staat vast dat de recente beslissingen, rond digitale meters en het capaciteitstarief, het groene debat op korte termijn geen goed doen. Wie gekozen heeft voor zonnepanelen en andere systemen voor hernieuwbare energie, heeft dat echter niet alleen gedaan voor geldgewin, maar ook omdat we streven naar een groene planeet. Laat dat de reden zijn waarom we verder zoeken naar goede oplossingen die ons leven meer leefbaar maken.

Reacties zijn gesloten.

Ondersteund door WordPress | Thema: Baskerville 2 door Anders Noren.

Omhoog ↑